Sinds de komst in 2015 van WMO, Participatiewet en de Jeugdwet zien we een toenemende invloed van gemeentelijk en provinciaal beleid op zorg en welzijn voor kwetsbare inwoners. Veel gemeenten hebben hun ondersteuning ingericht middels sociale wijkteams en loketfuncties, waar burgers met hulpvragen terecht kunnen. Daarmee is veel van de hulpverlening gedecentraliseerd en kan daarmee dicht bij de burger worden georganiseerd. Gemeenten worden zo in staat gesteld om een samenhangend en integraal beleid te voeren bij de zorg en ondersteuning aan kwetsbare groepen. Immers, doelgroepen komen deels overeen, daarnaast hebben mensen vaak meerdere problemen op verschillende levensterreinen.
Doel van de decentralisaties is dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Uitgegaan wordt van wat mensen kunnen, eventueel met hulp van naasten, voordat professionele hulp wordt ingezet. Dat geldt voor alle leefgebieden. Dit moet leiden tot meer zelfstandigheid, minder kosten, meer zorg en ondersteuning dichtbij en op maat.
De decentralisaties vragen om een flinke cultuurverandering en transformatie. Niet alleen bij gemeenten en provincies, maar ook bij zorgaanbieders en burgers die zorg en ondersteuning nodig hebben. Niet alleen overheden zijn nog druk doende om deze transformatie vorm te geven, maar parallel daaraan wordt ook de transitie, het overdragen van financiering en verantwoordelijkheden geïmplementeerd. Dat vraagt om schakelen op verschillende borden. Aan de ene kant samenwerking zoeken, aan de andere kant verantwoordelijkheid voor bekostiging en kwaliteit nemen. De gemeente is niet alleen zorgaanbieder, maar ook financier. Dat is ingewikkeld voor de gemeente zelf, maar ook voor de partners waar de gemeente mee samenwerkt of waarvan de gemeente opdrachtgever is. Daarnaast speelt, dat gemeenten van oorsprong niet gewend is, om zorg en welzijn van burgers in uitvoerende zin uit te voeren. Meerdere wethouders en beleidsterreinen zijn betrokken, die niet altijd bekend zijn met of onderling bijdragen aan elkaars doelen. Het vormgeven aan zorg en welzijn zit van oorsprong niet in de ‘organisatie-genen’ van de ambtelijke en bestuurlijke organisatie. Het vraagt aanpassing in organisatie, interne cultuur, leiderschap, governance, interne en externe samenwerking en rolduiding, die nog volop gaande is.
Toekomstzorg werkt voor gemeenten, (jeugd)zorgaanbieders, provincies om hen te helpen deze kluwen te ontwarren. Visie ontwikkeling, heldere doelstellingen formuleren, leren van goede voorbeelden in bijvoorbeeld netwerksamenwerking en deze toepasbaar maken voor de regionale en lokale situatie is wat we doen. Enkele projecten waar we bij betrokken zijn is het samenwerken tussen vindplaatsen van jeugdproblematiek, samenwerking binnen het jeugddomein tussen verwijzers, aanbieders en gemeente, het ontwikkelen van een regiovisie en deze uitwerken naar regionale en lokale initiatieven.